Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4107

Datum uitspraak2008-10-15
Datum gepubliceerd2008-12-30
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
ZaaknummersAWB 06/3378
Statusgepubliceerd


Indicatie

Niet-ontvankelijkverklaring wegens ontbreken procesbelang


Uitspraak

RECHTBANK ‘S-HERTOGENBOSCH Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer Procedurenummer: AWB 06/3378 Uitspraakdatum: 15 oktober 2008 Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, en de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats], verweerder. 1. Ontstaan en loop van het geding Verweerder heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [de onroerende zaak] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2003, vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 op € 505.290. In het desbetreffende geschrift zijn ook de aanslagen onroerende-zaakbelastingen 2005 bekendgemaakt. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 30 juni 2006 de waarde en de aanslagen gehandhaafd. Eiser heeft daartegen bij brief van 22 juli 2006, ontvangen bij de rechtbank op 25 juli 2006, beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juli 2008 te 's-Hertogenbosch. Eiser is daar in persoon verschenen. Namens verweerder is verschenen [taxateur], taxateur. 2. Overwegingen Eiser is gebruiker en genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de onroerende zaak. De onroerende zaak is een vrijstaande woning met tuin en ondergrond. De inhoud van de woning is ongeveer 582 m³ en de oppervlakte van het perceel is ongeveer 1.435 m². Op het perceel is voorts een windkorenmolen aanwezig. Aan de woning en het bijbehorende perceel is bij beschikking een waarde van € 505.290 toegekend. In deze bij beschikking vastgestelde waarde is niet de op het perceel aanwezige windkorenmolen begrepen. Verweerder heeft voor de onderbouwing van de door hem verdedigde waarde onder meer verwezen naar een door hem overgelegd taxatierapport, opgemaakt op 22 november 2006 door [taxateur], makelaar en taxateur te [plaats]. In dit taxatierapport is de waarde van de onroerende zaak, inclusief windkorenmolen, getaxeerd op € 584.800. Daarbij is aan de molen een waarde toegekend van € 65.000. Aan de woning en het bijbehorende perceel is in dat rapport een waarde toegekend van € 519.800. Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij de in het taxatierapport vermelde waarde van € 519.800 voor de onroerende zaak zonder de windkorenmolen, niet te hoog vindt. Het beroep van eiser komt in wezen erop neer dat hij van mening is dat aan de windkorenmolen geen waarde kan worden toegekend en dat derhalve terzake van die windkorenmolen niets in de vastgestelde waarde van de onroerende zaak mag worden begrepen. Gelet op het voorgaande kan het beroep voor eiser echter niet tot een gunstiger beslissing leiden, nu de voor eiser acceptabele waarde van € 519.800 (exclusief windkorenmolen) hoger is dan de door verweerder bij beschikking vastgestelde waarde van € 505.290. De rechtbank is slechts gehouden tot een inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingediend beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan, indien de indiener darbij een actueel en reëel belang heeft. Nu dergelijk belang in het onderhavige geval ontbreekt, zal de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. 3. Proceskosten De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. 4. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan op 15 oktober 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. L.C. Michon, mr. A.A.H. Schifferstein en mr. J.P.M. Kooijmans in tegenwoordigheid van mr. A.A. van Wendel de Joode, griffier. Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201CZ te ’s-Hertogenbosch. Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de gronden van het hoger beroep. Partijen kunnen ook beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Dit is echter alleen mogelijk indien de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.